Ik ben Antonio Clares en ik speel sinds 2007 altviool in het orkest van de Achttiende Eeuw. Daarnaast werk ik als freelance altviolist en heb ik een positie als docent altviool en kamermuziek aan het conservatorium van Murcia (Spanje). Met mijn kamermuziekgroep La Tempestad richten we ons op het vroegklassieke repertoire.
Muziek was in onze familie altijd aanwezig. Mijn vader speelde basgitaar in een rockband, die erg populair was in mijn geboorteplaats Murcia. Hij is daar niet op professioneel niveau mee doorgegaan, maar al zijn kinderen hebben een carrière in de muziek gevonden. Ikzelf overwoog zelf eerst om architectuur te gaan studeren, maar de muziek trok uiteindelijk toch. Na mijn studie viool heb ik een periode bij de eerste violen in een symfonieorkest gespeeld. Maar al snel had ik door dat het leven als fulltime orkestmusicus niet voor mij was weggelegd. Op dat moment heb ik besloten om altviool te gaan spelen, en me vooral op kamermuziek en lesgeven te richten.
In diezelfde periode kwam ik ook in aanraking met barokmuziek. Deze manier van spelen voelde voor mij fysiek zoveel beter, en de muziek zelf stond centraal in plaats van het puur instrumentale aspect. Wim ten Have (de voormalige altviool aanvoerder in het OAchttiende) gaf les in Salamanca, en ik studeerde verder met hem. Al snel begon ik als freelancer te werken bij het EUBO, ABO van Ton Koopman, Orquesta Barroca de Sevilla, La Real Cámara, Forma Antiqva en later ook bij het OAchttiende. Op dat moment was ik de eerste van een nieuwe generatie in het orkest. Dat was erg bijzonder. De traditie en manier van spelen was zo krachtig. Het was ongelofelijk om daar deel van uit te maken. Frans wist bij elk stuk een spanningsboog te creëren van begin tot eind. Hij bracht het overzicht, betekenis en karakter aan in de muziek. In het OAchttiende is er een sterke onderlinge band en loyaliteit. Ik voel me muzikaal voldaan als ik met het orkest speel, ik kan alles geven.
Naast het zelf spelen, heb ik een grote passie voor lesgeven. Het geeft me enorm veel voldoening om jonge mensen verder te helpen, en ze waar mogelijk te begeleiden naar een plek in het beroepsleven.