Koor: Cappella Amsterdam
Dirigent: Daniel Reuss
Sopraan: Mhairi Lawson
Mezzo sopraan: Esther Kuiper
Tenor: Guy Cutting
Bariton: Peter Harvey
W.A. Mozart Overture (from Die Zauberflöte, KV 620)
W.A. Mozart Symphony no. 40 in g minor, KV 550
W.A. Mozart Requiem in d minor, KV 626
W.A. Mozart Ave verum corpus in D major, KV 618
Een modeluitvoering van Mozarts immer populaire dodenmis
-TROUW
Het Orkest van de Achttiende Eeuw slaat na het daverende succes van twee jaar geleden opnieuw de handen ineen met Cappella Amsterdam voor een van de mooiste werken in het klassieke repertoire. Mozarts Requiem. Een statig werk over dood en rouw, maar o zo schitterend en emotioneel. Al veertig jaar lang staat dit iconische werk op de lessenaar van het orkest, en nog steeds verveelt het niet. Elke noot en elke maat blijven altijd voor verrassingen zorgen. Een waar meesterwerk.
Het orkest speelt in de eerste helft een ander Mozartmeesterwerk: Symfonie nummer 40. Net als bij Beethovens vijfde kent de hele wereld de eerste paar maten, maar verbergt ook dit wereldberoemde stuk vele schitterende passages die nooit boven tafel komen, omdat het altijd bij de eerste noten blijft. Het Orkest stoft het af, en laat Mozart klinken alsof het de eerste keer is dat je hoort.
Jean-Guihen Queyras cello
Charlotte Spruit viool
Kristian Bezuidenhout fortepiano
L. Cherubini „Chant sur la mort de Haydn“ (inleiding)
J. Haydn Celloconcert in C groot
L. van Beethoven Tripleconcert
Blokfluit: Lucie Horsch
J. S. Bach BWV 1053, Concerto nr. 2 in E-groot (arr. Frans Brüggen)
A. Vivaldi RV 443, Flautino concerto in C-groot
A. Vivaldi Aria: ‘Sovente il sole’, from ‘Andromeda liberata’, RV 117
A. Vivaldi Concerto in a-klein uit L’Estro Armonico RV 522 Op. 3 nr. 8
R. Namavar Fetiapoipoi (wereldpremière)
J. S. Bach BWV 104, Concerto in a-klein (arr. Lucie Horsch)
Het Orkest van de achttiende eeuw slaat de handen opnieuw ineen met Blokfluittist en zangeres Lucie Horsch. Een bijzonder programma over blokfluit en stem met werken van J.S. Bach, Antonio Vivaldi en een gloednieuw werk van Reza Namavar. Oude muziek op een nieuwe manier; nieuwe muziek geïnspireerd op oude meesters.
Bach schreef geen solowerken voor blokfluit, en toch opent en sluit de avond met een concerto van de Duitse grootmeester. De opening werd gearrangeerd door stichter van het Orkest van de achttiende eeuw Frans Brüggen; het sluitstuk arrangeerde Lucie Horsch zelf voor haar instrument. Zo klonk Bach als hij wel voor blokfluit had gecomponeerd!
De Latijnse naam voor blokfluit ‘ricordare la voce’, betekent letterlijk ‘het herinneren van de stem’. Lucie neemt de proef op de som. Ze arrangeert Bachs concert in a-klein voor blokfluit en brengt de aria ‘Stirb in mir, Welt’ terug naar de vocale roots.
Speciaal voor dit programma schrijft componist Reza Namavar een nieuwe werk geïnspireerd op Vivaldi’s dubbelconcert in a-klein. Het dubbel vioolconcert wordt een viool blokfluitconcert.
Dirigent: Benjamin Wenzelberg
Regisseur: Anja Kühnhold
Set & costume design: Anna-Sophia Blersch
En jonge solisten van DNOA
J. Haydn La fedeltà premiata (Hob. XXVIII/10)
In 2025 slaat het orkest opnieuw de handen ineen met de Dutch National Opera Academy om een opera van Haydn op te voeren.
Piano: Olga Pashchenko
Dirigent: Vaclav Luks
B. Vanhal Symfonie in g klein
J.L. Dusík Pianoconcert in g klein no. 12, op. 49
W.A. Mozart Serenade in c klein voor blaasoctet
W.A. Mozart Symfonie no. 38, ‘de Praag’
Viool: Theotime Langois de Swarte
Lolli Vioolconcert no. 7
Adagio Cantabile
W.A. Mozart Vioolconcert no. 3 “Strasbourg”
Joseph Bologne Recitatief uit L’amant Anonyme
Joseph Bologne Vioolconcert no. 2 in D groot
Allegro – Molto Adagio con Sordini – Rondeau
Joseph Bologne Vioolconcerto in A groot, Op. 7
Adagio
Joseph Bologne Symfonie no. 2 uit “Deux sinfonies à plusieurs instruments”
Allegro Presto – Andante – Presto
W.A. Mozart Symfonie no. 31 “Parijs”
Het Orkest van de Achttiende Eeuw speelt in februari twee concerten met Mozart en tijdgenoten in de hoofdrol. Voor nummer twee wordt de hulp ingevlogen van geweldige jonge violist Theotime Langois de Swarte, een ambassadeur voor historisch geïnformeerde muziek en specifiek voor de componist Joseph Bologne, beter bekend als Chevalier St George. De Volkskrant kondigde Theotime twee jaar geleden aan als “de grote sensatie van de barokviool” en niet zonder reden. Zijn albums worden zonder uitzondering de hemel ingeprezen, en afgelopen jaar won hij een Edison klassiek voor zijn Vivaldi-album. Vanavond kunt u hem horen in repertoire dat u waarschijnlijk nog nooit live gehoord hebt.
Joseph Bologne was een violist en componist die in de 18e eeuw die in Guadeloupe geboren werd als buitenechtelijke zoon van een tot slaaf gemaakte en plantage-eigenaar. Op 10-jarige leeftijd kwam hij naar Parijs. Zijn leven was een enorm bijzonder verhaal, maar vanwege zijn huidskleur is hij in de vergetelheid geraakt. Bologne was een fenomenale componist en virtuoos violist, schermkampioen (jawel!) en leefde in het tumultueuze Parijs van rond de Franse Revolutie. Hij kreeg waarschijnlijk les van Jean Marie Leclair en Haydn zelf stelde hem voor als dirigent voor zijn Parijse symfonieën. Hoe dan ook zult u na vanavond de naam Joseph Bologne niet meer vergeten.
Piano: Alexander Melnikov
Repertoire: Mendelssohn
Dirigent: Jakob Lehmann
Sopraan: Katharine Dain
Piano: Dmitry Ablogin
Concertmeester: Cecilia Bernardini
J. Haydn Il ritorno di Tobia (ouverture)
W.A. Mozart Alcandro, lo confesso
J. Haydn Symfonie no. 49 in f klein La Passione
______
W.A. Mozart Ch’io mi scordi di te? … Non temer, amato bene
W.A. Mozart Pianoconcert no. 25 in C groot
Haydn en Mozart waren beiden kenners (in muziek en leven) van menselijke passies: verheven, liefdevol, gewelddadig, onzeker, spiritueel en seculier. ‘Passione’ is een reis door de uitersten van het menselijk gevoel. De ouverture van Haydns eerste oratorium, Il ritorno di Tobia, is een briljante studie in contrasten, van somber voorgevoel tot duizelingwekkende virtuositeit. Het eindigt met een harmonische ambivalentie waar menig wenkbrauw van opgetrokken zal worden, zeker in die tijd.
Mozarts tedere uitingen in zijn vroege concertaria “Alcandro, lo confesso” waren zijn eerste knipogen naar de sopraan Aloysia Weber, op wie hij al snel verliefd werd. Haydns Passione-symfonie is een seculier werk met een theatrale herkomst, dat later zijn naam kreeg vanwege een uitvoering in Passietijd kort nadat het verbod op wereldlijke muziek was opgeheven. Het contrasteert het serieuze en het buffo in de fijnste Haydn-stijl. Twee meesterwerken van Mozart vervolledigen het programma: zijn verbluffende “Ch’io mi scordi di te” voor sopraan en piano obbligato, dat een onwrikbare, liefdevolle loyaliteit uitdrukt in het aangezicht van grote tegenspoed, en zijn laatste Weense pianoconcert in C majeur: een stuk dat licht en schaduw, verdriet en vreugde perfect in evenwicht houdt, en eindigt in een diepe, glorieuze bevestiging.
J. Haydn Die sieben letzten Worte unseres Erlösers am Kreuze
concertmeester Alexander Janiczek
Cherubini „Chant sur la mort de Haydn“ (inleiding)
Haydn Symfonie no. 96 in D groot Hob. I:96 „The Miracle“
Beethoven Symfonie no. 1 in C groot op. 21