Michael Schmidt-Casdorff

Ik ben Michael Schmidt-Casdorff en speel sinds 2008 eerste fluit in het Orkest van de Achttiende Eeuw, waar ik mijn leraar Konrad Hünteler opvolgde. Hiernaast speel ik in veel andere ensembles, zoals Balthasar Neumann Orchestra en Capella Augustina Brühl en geef ik les aan de conservatoria van Essen (Duitsland) en Bydgoszcz (Polen).

Op mijn 8e ben ik begonnen met fluit spelen. Ik was gefascineerd door het blinkende zilveren ding dat mijn vader bespeelde. Hij was muziekbibliothecaris in Dortmund en in het weekend ging ik vaak met hem mee naar de bibliotheek. Terwijl hij aan het werk was, ging ik met mijn fluit in de hand door de bladmuziek heen. Er was vaak helemaal niemand aanwezig, dus ik kon gewoon van blad spelen. Ook was er een grote platencollectie, en op een dag ontdekte ik twee lp’s met de 12 Solofantasias van Telemann voor traverso, gespeeld door Hans Martin Linde en Barthold Kuijken. De individuele en warme klank van een houten fluit was totaal nieuw voor mij en liet me niet meer los. Voor mijn ‘konfirmation’ kreeg ik een traverso cadeau en ik heb mezelf tijdens mijn tienerjaren geleerd daarop te spelen.

Mijn fluitstudie heb ik gedaan in Münster bij Konrad Hünteler, die destijds fluitist was in het Orkest van de Achttiende Eeuw en vele andere oude muziek ensembles. Naast moderne fluit, heb ik bij hem ook traverso gestudeerd. Al snel werd ik uitgenodigd om bij verschillende ensembles mee te spelen, onder andere bij het Concentus Musicus Wien met Alice & Nicolaus Harnoncourt. Dit is een grote leerschool en inspiratie voor mij geweest.

Het werken met Frans Brüggen heeft op mij een onuitwisbare indruk gemaakt. Hij was “als een DJ zijn orkestje aan het regelen”, maar liet zijn musici de vrijheid om zichzelf uit te drukken. Ook nu we zonder Frans verder zijn gegaan, bleef er in het Orkest van de Achttiende Eeuw een enorm gevoel van onderling vertrouwen en daardoor ook artistieke vrijheid. Dit maakt O18C voor mij echt uniek.

Ik geniet er elke dag van om musicus te zijn. Als je fluit speelt, is je adem de muziek, er is geen barrière. Het is zo bijzonder om de liefde voor muziek te kunnen delen met collega’s en het publiek. Elke dag ben ik weer benieuwd hoe het zal klinken, zeker met de oude instrumenten is dat altijd weer een verrassing.”